'Ik hoop de verbinding tussen de sectoren po, vo en mbo te versterken'

In de serie Onze verhalen vertellen medewerkers, commissieleden en mensen uit het onderwijs over hun betrokkenheid bij ons werk. Sinds 1 oktober 2022 is John van der Vegt officieel begonnen als nieuwe collegevoorzitter van het CvTE. Zijn voorganger, voormalig collegevoorzitter Pieter Hendrikse, interviewde hem over zijn nieuwe rol bij het CvTE, zijn drijfveren, ambities en voorliefde voor het onderwijs. 

John van der Vegt, collegevoorzitter CvTE

Welkom John, in dit gesprek, maar bovenal bij het College voor Toetsen en Examens. Om maar met de deur in huis te vallen, kan je iets vertellen over je achtergrond en je drijfveren. Waarom heb je ooit voor het onderwijsveld gekozen?

Waarom het onderwijs? Ik denk vooral vanuit maatschappelijke betrokkenheid en omdat ik betekenisvol wil zijn. In mijn jongere jaren ben ik met vrienden een bedrijf gestart. Heel leerzaam en leuk om te doen, maar de commerciële kant was het niet voor mij. Ik hou van de dynamiek van het onderwijs. Na de pedagogische academie ben ik begonnen in het primair onderwijs.

Brede scholengemeenschap blijft mijn ideaal

Maar je bent niet in het basisonderwijs gebleven, toch?

Nee, ik heb ook in het voortgezet onderwijs en het mbo gewerkt. Maar vooral als bestuurder. Ik ontdekte dat ik de meeste affiniteit heb met de organisatorische, bestuurlijke kant van het onderwijs; achterhalen hoe je processen verbetert. Ik heb ook nog een tijd in het openbaar bestuur gewerkt, als directeur gemeentesecretaris. De kennis die ik daar opdeed kon ik ook in onze sector toepassen toen ik benoemd werd tot bestuursvoorzitter van de Almeerse Scholen Groep. Daar kwam ik met het vmbo in aanraking en dat beroepsgerichte onderwijs trok me. Dat gaf me later de impuls om over te stappen naar het mbo.

Dat trekt je dus meer dan het funderend onderwijs?

Ja, eigenlijk wel, al zouden scholen idealiter een mix moeten zijn. Een brede scholengemeenschap waar leerlingen tot circa 14 jaar theorie- én praktijkvakken volgen, blijft mijn ideaal, ook al ligt dat nog ver in het verschiet. Het leuke aan werken in het mbo vind ik de pragmatische kant: het doen, niet alleen praten. Op zoek naar direct resultaat. Bovendien sta je meer in de samenleving. Je hebt veel contact met bedrijven, gemeenten, ziekenhuizen. Soms levert dat pittige discussies op over  waarom we dingen doen zoals we ze doen, maar het leidt ook tot een grote bereidheid bij partners om mee te doen of mee te investeren.

De boel bij elkaar houden

Jouw kennis van de drie sectoren po, vo en mbo geeft je interessante bagage die jou ongetwijfeld van pas gaat komen als voorzitter van het CvTE. Dat brengt me op de vraag, waarom je gekozen hebt voor deze functie bij het CvTE.

Tot voor kort had ik nauwelijks met het CvTE te maken, maar tijdens corona kreeg ik via de MBO Raad contact met het CvTE-bureau over het oprekken van de tijdvakken voor de centrale examens in het mbo. Dat werd snel opgepakt en goed geregeld. Een aangename ervaring dus. Ook de rol die het CvTE speelt rond normering vind ik belangrijk: de hoge standaard die wij in Nederland hebben, moeten we absoluut vasthouden. Dat betekent overigens niet dat we alleen de cijfers heilig moeten verklaren. Het is inderdaad boeiend dat bij het CvTE de drie sectoren po – vo – mbo waarin ik gewerkt heb weer terugkomen en natuurlijk ga ik me nog verdiepen in wat er binnen die sectoren in de afgelopen jaren veranderd is en wat er bij de Staatsexamens Nt2 allemaal gebeurt aan nieuwe ontwikkelingen. Ik hoop in mijn rol als voorzitter de verbinding tussen de sectoren te kunnen versterken. Die voorzittersrol ligt mij het best. Om met de woorden van Job Cohen in zijn tijd als burgemeester van Amsterdam te spreken: ik wil ‘de boel graag bij elkaar houden’. Niet dat ik bang ben voor een stevige discussie, maar ik ben wel altijd gericht op resultaat.

Ambities

Kun je al aangeven welke ambities je hebt als voorzitter van het CvTE; waar wil je een bijdrage aan leveren?

Ik ga de eerste maanden onderzoeken wat voor het CvTE de uitdagingen zijn: daarbij denk ik bijvoorbeeld aan de (verdere) digitalisering van examens, hoe we sterk kunnen blijven in goede vo-examens, onze rol bij de recente ontwikkelingen in het primair onderwijs met de overgang van een eindtoets naar een doorstroomtoets, de ontwikkelingen bij de Staatsexamens Nt2, maar ook de speelruimte die het CvTE heeft ten opzichte van zijn partners zie ik als een mooie uitdaging. Er zijn er vast nog meer. Kortom, ik zal eerst inventariseren, dan prioriteren en doelen vastleggen.

Heb je ook al een beeld bij de Verbeteragenda Staatsexamens vo? De Staatsexamens zijn ooit opgezet voor leerlingen die niet in het reguliere onderwijs eindexamen konden doen. Ook in het voortgezet speciaal onderwijs doen veel examenleerlingen inmiddels Staatsexamen. De Staatsexamens vo zijn een fantastisch vangnet, maar het beroep erop is inmiddels zo groot geworden, dat de uitvoering in de knel komt.

Eigenlijk heb ik daar nog geen goed beeld van, Pieter. Dat is een onderdeel waar ik tot nu toe weinig mee te maken heb gehad. Wat ik wel kan opmerken is dat het vaker gebeurt dat aanvankelijke uitzonderingen omvangrijker worden; als dat gebeurt moet je je de vraag stellen of ‘de oplossing’ binnen de gehanteerde systematiek nog wel logisch is.

Iets anders, John, is de veranderende taakstelling voor het CvTE ten aanzien van het primair onderwijs. Je stipte het net al even aan. Van aanbieder naar kwaliteitsbewaker.  Hoe kijk je daar tegenaan?

Je komt dan als CvTE meer in een toezichthoudende rol, maar ook weer niet helemaal. Onze rol is een boeiende uitdaging, die niet makkelijk zal zijn. Wat mij betreft moeten we het in ieder geval niet te ingewikkeld maken. Het gaat erom dat de basisscholen kunnen rekenen op een gedegen, objectief toetsadvies voor hun groep-8-leerlingen. 

Meer dan genoeg uitdagingen voor je, John.

Ja, en in het begin zal het voor mij zeker wennen zijn. In het mbo zit je heel direct aan het stuur. Je maakt beleid en voert het ook uit voor 20.000 studenten. Bij het CvTE is je werkveld breder met meer actoren. De afstand tussen beleid en uitvoering is groter; je kunt die twee wel scheiden, maar zonder goede uitvoering heb je ook geen goed beleid. 

Helder! Dank voor dit gesprek. Wat we doen bij het CvTE raakt bijna iedereen. Er staat veel op de agenda, en ik hoop dat je net als ik heel veel genoegen en plezier gaat beleven aan deze bijzondere, unieke klus. Dat gun ik je van harte. Ik heb het de afgelopen acht jaar in ieder geval als een zeer verantwoordelijke én inspirerende opdracht ervaren.