‘Een wens uit het veld is vervuld’
De centrale examens geschiedenis havo en vwo zagen er dit jaar anders uit. De kenmerkende aspecten – korte aanwijzingen waarmee je een historische periode kunt herkennen – staan vanaf dit jaar namelijk in het bronnenkatern. Daarmee is gehoor gegeven aan een wens uit het onderwijsveld. Waarom werd deze aanpassing gedaan? Hoe werkt het in de praktijk? En welke nieuwe uitdagingen komen erbij kijken? Geert van Besouw, docent geschiedenis op katholieke scholengemeenschap De Breul in Zeist en lid van de vaststellingscommissie geschiedenis voor havo en vwo, was er van dichtbij bij betrokken.

Vaststellingscommissie: slagroom op de taart
‘Op mijn veertiende wist ik al dat ik leraar geschiedenis wilde worden,’ vertelt Geert. ‘Ik heb het altijd naar mijn zin gehad op school en vond geschiedenis leuk. Dus dat was een logische stap.’ Inmiddels staat hij al decennialang voor de klas en combineert hij zijn werk als docent met een rol in de vaststellingscommissie geschiedenis voor havo en vwo, waar hij sinds drie jaar lid van is.
Zijn ervaring als docent en eerdere betrokkenheid bij de constructiegroep van Cito maken hem een waardevolle aanvulling. ‘Ik vind het interessant om op macroniveau naar het vak te kijken: de discussies, de onderzoeken die gedaan worden, de samenwerking. Je leert enorm veel. Het is niet alleen inhoudelijk boeiend, maar ook gewoon gezellig en leuk. Echt de slagroom op de taart van het lesgeven.’
Aansluiten bij de belevingswereld
Zijn belangrijkste bijdrage aan de vaststellingscommissie zit vooral in het leggen van de verbinding tussen de dagelijkse lespraktijk en de eisen en correctievoorschriften van het centraal examen. ‘Sluiten de vragen aan bij de manier waarop leerlingen daadwerkelijk naar dingen kijken? En hoe gaan we om met de correctievoorschriften? Die staan vaak in volwassenen- en kennerstaal geschreven, maar havisten geven meestal vrij kort door de bocht antwoord. In overleggen stel ik dan vaak de vraag: Wat als een leerling het antwoord zus of zo opschrijft? Daar discussiëren we dan over, maar in goed overleg komen we er altijd uit. Uiteindelijk is ons doel dat de docenten in het veld de correcties goed kunnen uitvoeren.’
Kenmerkende aspecten
In examenjaar 2024–2025 ligt bij de geschiedenisexamens voor havo en vwo een belangrijke focus op het opnemen van de kenmerkende aspecten in het bronnenkatern.
Wat context
Dit didactische model – een lijst met 35 aspecten voor havo en 49 voor vwo, verdeeld over tien tijdvakken – werd ongeveer 25 jaar geleden ingevoerd als vervanging van het eerdere model waarin slechts twee thema’s werden getoetst. Kenmerkende aspecten zijn zoals eerder genoemd korte aanwijzingen waarmee je een historische periode kunt herkennen. Ze helpen leerlingen om overzicht te krijgen en samenhang te zien in de stof.
Geert: ‘De bedoeling van die kenmerkende aspecten is dat je daarmee een soort referentiekader krijgt, zodat je snel kunt begrijpen: oh, als het gaat over het leenstelsel, dan gaat het over de vroege middeleeuwen. Het helpt je dus om gebeurtenissen of ontwikkelingen goed in de tijd te plaatsen.’
Stampen of verbanden zien?
De afgelopen jaren leidde de manier waarop deze aspecten werden getoetst tot discussie in het geschiedenisveld. Tot voor kort was het de bedoeling dat leerlingen ze uit hun hoofd leerden voor het centraal examen. Met het noemen van het juiste kenmerkende aspect kon al een punt verdiend worden. Volgens docenten leidde dat ertoe dat leerlingen de lijst met kenmerkende aspecten in hun hoofd ‘stampten’, zonder écht te begrijpen waar ze over gaan. Dat zou ten koste gaan van het inzicht én het plezier in het vak.
Geert: ‘Bovendien ontstonden bij docenten tijdens de correcties discussies over hoe letterlijk een leerling het kenmerkende aspect moest benoemen. Moesten ze letterlijk overgenomen worden, of mochten er ook woorden ontbreken?’
Gevolgen van opname in bronnenkatern
Sinds dit examenjaar staan daarom de kenmerkende aspecten in het bronnenkatern van het centraal examen, als geheugensteun. Maar werkt dat ook beter in de praktijk? Geert: ‘Het gaat nu meer om het kunnen toepassen van kennis in plaats van lijstjes uit je hoofd leren. Leerlingen moeten verbanden zien tussen verschillende kenmerkende aspecten uit een periode. Voor deze examenlichting is dat vanzelfsprekend, zij hebben ermee geoefend. Voor correctoren is het wel even omschakelen: ze mogen geen punten meer geven voor alleen het noemen van het juiste kenmerkende aspect. Dat staat immers al in het bronnenkatern. Ze moeten nu meer kijken naar de vaardigheid van de leerling. Dat kost soms meer tijd.’
Uitdagingen van nu
De nieuwe aanpak roept ook praktische vragen op. ‘Wat we nu zien gebeuren, hadden we ook kunnen voorspellen,’ zegt Geert. ‘Leerlingen schrijven soms hele zinnen uit het bronnenkatern over om een aspect te benoemen, terwijl dat geen punten oplevert. En dat bij een examen dat vaak toch al lang en intensief wordt gevonden. Docenten geven hun leerlingen daarom soms de tip om alleen het begin en eind van een aspect te noteren, zodat het duidelijk is welk kenmerkend aspect bedoeld wordt. Maar dan mis je weer de bredere redenering die tot het verband tussen twee aspecten leidt. En die is juist belangrijk. Daar gaat de discussie nu over.’
‘Daarnaast blijkt niet iedere docent goed op de hoogte te zijn van deze nieuwe maatregel. Daar kwamen uiteindelijk enkele examenklachten over binnen bij het LAKS. Voor ons is dat een duidelijk signaal dat we ook onze communicatie aan moeten blijven scherpen.’
Positieve stap
Toch overheerst bij Geert het positieve gevoel. ‘Deze wijziging is ingevoerd op verzoek van het onderwijsveld, en het lijkt goed te landen. Maar net als bij alle veranderingen moeten we blijven monitoren, bijstellen waar nodig en goed luisteren naar signalen uit de praktijk.’
Publicatiedatum: 1 september 2025