Terugblik normering doorstroomtoetsen 2025
Vandaag, dinsdag 1 juli, is de terugblik normering doorstroomtoetsen 2025 gepubliceerd. In deze rapportage blikken we terug op de tweede afname van de doorstroomtoetsen in het primair onderwijs (po) en vergelijken we de resultaten van 2025 met die van 2024.
De normering van de doorstroomtoetsen, waarvoor wij als College voor Toetsen en Examens verantwoordelijk zijn, is volgens planning en zonder bijzonderheden verlopen. Als we kijken naar het landelijke beeld zien we dat de resultaten van 2024 en 2025 overeenkomen. Wel zijn er verschillen op toetsniveau. Hierbij hebben we gekeken naar voorlopige schooladviezen, toetsadviezen en referentieniveaus. Omdat dit het tweede jaar is van afname, is dit jaar ook voor het eerst gekeken naar scholen die van doorstroomtoets zijn gewisseld.
De doorstroomtoetsen werden dit jaar afgenomen bij in totaal 174.338 leerlingen van 6.758 scholen.
Voorzitter van het College voor Toetsen en Examens John van der Vegt: ‘Er is gekozen voor een stelsel dat uitgaat van verschillen. Scholen kunnen kiezen uit verschillende toetsen die aansluiten bij hun behoeften en voldoen aan kwaliteitseisen. Tegelijkertijd zien we ook dat de verschillen op toetsniveau vragen oproepen. Goed om daarbij stil te staan. Allereerst: verschillen horen bij een stelsel waarin verschillende doorstroomtoetsen naast elkaar bestaan. Als je verschillende toetsen gebruikt om hetzelfde te meten, kan dat leiden tot verschillende resultaten. Helemaal als je die toetsen afneemt onder verschillende omstandigheden bij verschillende scholen met verschillend onderwijs aan verschillende leerlingen. Je hebt dan een behoorlijk aantal factoren die elk, gezamenlijk en onderling, invloed kunnen hebben op prestaties en de mate waarin verschillen zich voordoen. Voor ons is van het grootste belang dat leerlingen het toetsadvies krijgen dat past bij de prestatie die ze hebben laten zien op hun toets. Vervolgens is de school aan zet. Laten we immers vooral niet vergeten dat het toetsadvies een objectief tweede gegeven is waaraan de school zijn eigen advies kan toetsen.’
Onderzoek
In een speciaal opgezet onderzoeksprogramma doen we samen met OCW, Stichting Cito en de toetsaanbieders onderzoek om onder andere meer inzicht te verkrijgen in de factoren die een rol spelen in de verschillen in resultaten tussen de verschillende doorstroomtoetsen. De inzichten die we hiermee opdoen gebruiken we om onze werkwijze te verbeteren en verder bij te dragen aan de kwaliteit en betrouwbaarheid van het stelsel.
Meer weten over onderzoeken die we doen? Bekijk dan deze pagina.