Digitalisering van centrale examens in het vo: kansen verkennen en leren
Blogs
In 2022 begon ik als voorzitter van het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Ik kende centrale examinering vooral vanuit het mbo, waar ik de laatste tien jaar werkte. Die examens waren allemaal digitaal. Er waren aparte en goed uitgeruste ruimten waarin ze werden afgenomen. En in coronatijd konden scholen de afnametijdvakken van deze digitale examens, na akkoord van het CvTE, makkelijk verlengen. Dat bood flexibiliteit, waar zowel leraren als studenten blij mee waren. Vanuit het vmbo hoorde ik sowieso steeds meer positieve ervaringen over de digitale centrale examens die bij vmbo bb/kb worden afgenomen.

Daarom was het nogal een - laten we zeggen - ‘aparte ervaring’, toen ik me verdiepte in de centrale examinering in het vmbo gl/tl, havo en vwo. Zelfs ik, iemand die op digitaal vlak bepaald geen ‘early adopter’ is, verbaasde me erover dat er nauwelijks of geen gebruik gemaakt wordt van digitale mogelijkheden. Niet alleen voor wat betreft het afnemen van de examens zelf, maar ook voor wat betreft alles eromheen. Gymzalen, aparte tafeltjes, enveloppen met papier, vellen vol handgeschreven antwoorden, examens die met de post worden verstuurd voor de tweede correctie, etcetera. Het leek of de tijd hier had stilgestaan. Dat was natuurlijk niet zo: op inhoud vond en vindt er wel degelijk voortdurende verandering en verbetering plaats, maar dat geldt niet voor de vorm waarin de examens in het vo worden afgenomen. Veel ouders herkennen dat ‘stilstaan van de tijd’ als ze luisteren naar de verhalen van hun kinderen.
Tegelijkertijd maak ik uit gesprekken met docenten en leerlingen ook op dat papieren examens niet alleen als ouderwets en ‘niet meer van deze tijd’ worden gezien. Vooral leerlingen laten me regelmatig weten dat ze in hun wereld waarin al zoveel digitaal is, niet alleen vanwege social media maar ook, omdat het onderwijs zelf steeds vaker online wordt gevolgd en gegeven, deze papieren examens juist weten te waarderen. Dat had ik eigenlijk niet zo verwacht. Dat is natuurlijk heel goed om te horen, maar de vraag die zich steeds meer bij me begon op te dringen is: kunnen we, en misschien ook moeten we, ook bij de centrale examens in het vo niet meer profiteren van de mogelijkheden van digitalisering? En als dat zo is, hoe kunnen we dat doen en op welke vlakken?
Om tot een antwoord te komen verdiepten we ons bij het CvTE in die vraag. Bijvoorbeeld in workshops met Cito en het nationale onderwijslab Nolai. We hadden gesprekken met voorlopers in digitale ontwikkelingen en met AI-deskundigen en spraken veel docenten. En ook als ‘late adaptor’ werd me al snel duidelijk dat de term ‘digitalisering’ veel aspecten en manieren van werken omvat. Van prachtige interactieve examens tot het simpelweg ‘rechtop zetten’ van een papier op een scherm. Maar ook het ‘inroepen’ van de hulp van AI bij het nakijken van examens én bij de constructie van toetsvragen. Digitalisering kan op zoveel terreinen voordelen opleveren: van realtime monitoring van antwoorden tot het eindelijk vervangen van die best wel dure grafische rekenmachine. Denk ook aan de flexibiliteit in de afname-omgeving en -periode of het ontwerpen van gepersonaliseerde examens die zich aanpassen aan het niveau en de mogelijkheden van de betreffende leerling. Op al deze vlakken spelen ook nog eens belangrijke vraagstukken rondom veiligheid, privacy, betrouwbaarheid en beschikbare (ICT)-infrastructuur op scholen en bij de examenpartners als Cito en DUO. Als je even niet oplet kan de term digitalisering beginnen te lijken op een veelkoppig monster. Maar dat is het niet: het creëert kansen en we moeten onderzoeken hoe we die kunnen benutten. En daarbij helder en duidelijk uitleggen waar we het dan precies over hebben.
Waarom? Ten eerste biedt het digitaliseren van examens ons de mogelijkheid om ook andere vaardigheden centraal te examineren, denk aan schrijfvaardigheid en luistervaardigheid. Daarnaast kunnen we daarmee zowel scholen als leerlingen meer flexibiliteit bieden bij de afname. Digitalisering kan ons ook helpen om docenten te ondersteunen in hun werk. Om examinering beter te maken, maar ook om hen te ontzorgen en de tijdrovende onderdelen van het werk, waaronder het nakijken, makkelijker te maken. Bovendien, en dat is misschien nog wel het belangrijkste, de examens krijgen een aantrekkelijkere presentatie en worden interactiever. Dat verhoogt de motivatie. En dat is waar het ons uiteindelijk om gaat: goede en betrouwbare centrale examens in het vo blijven aanbieden, die datgene toetsen wat leerlingen moeten kunnen en kennen en die aansluiten bij hún leef- en leerwereld. Want het is logisch dat digitale hulpmiddelen, waar we in het dagelijks leven en in het onderwijs gebruik van maken, ook een plek krijgen in het afsluitende examen.
Daarom vind ik het geweldig dat we gericht aan de digitalisering van centrale examens in het vo gaan werken en dat de staatsecretaris van OCW daar geld voor vrijmaakt. En dat we samen met Cito, DUO en OCW onderzoeken waar en hoe digitalisering voordelen biedt. Dat doen we in het vijfjarig programma ‘Digitalisering centrale examens vo’ onder de bevlogen aanvoering van programmamanager Hugo Hopstaken én dat doen we graag samen met scholen en docenten. Net als Hugo nodig ik hen dan ook van harte uit om met ons in gesprek te gaan. Daarnaast leren we natuurlijk óók en heel graag van de ervaringen die andere partijen, binnen en buiten het onderwijs, opdoen.
Het programma kent drie lijnen en behelst vooralsnog (het kunnen er nog meer worden) twaalf projecten. Om die toe te lichten is een blog veel te kort en dat hoeft gelukkig ook niet. Het nieuwsbericht Onderzoek naar verdere digitalisering centrale examinering in het voortgezet onderwijs vertelt over het programma en brengt je naar de site waar je een beschrijving van de projecten vindt. Wat je ook vindt: onze oproep om ideeën en ervaringen over digitalisering van de centrale examens in het voortgezet onderwijs te delen. Meld je vooral aan en help onze verkenning verder met ervaringen uit de praktijk.
‘Nou, dat kan allemaal best wel even duren en dan zijn de uitkomsten van zo’n onderzoek misschien al achterhaald’, hoor ik je denken. Ja, dat kan best zo zijn. Maar toch moeten we die tijd nemen om goede besluiten te kunnen nemen voor de langere duur. We zetten daarbij overigens ook in op projecten waar we snel resultaten kunnen boeken en mogelijk op korte termijn al nieuwe digitale technieken kunnen invoeren. Dan denk ik zeker ook aan het inzetten van digitalisering in het proces van de examenketen zelf. Maar belangrijker vind ik: als het gaat om de toekomst van onze leerlingen is haast überhaupt niet verstandig. Centrale examens zijn het waard om zorgvuldig onderzoek te doen en weloverwogen keuzes te maken.
Ik kijk uit naar de veranderingen - en verbeteringen - die we de komende jaren tegemoet kunnen zien. En daarbij hoop ik dat mijn opvolger te zijner tijd niet dezelfde verbazing hoeft te hebben die ik in 2022 had.
Meer blogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.