Waar ging het niet en wel over bij het commissiedebat toetsen en examens in de Tweede Kamer?
Blogs
Als je het College voor Toetsen en Examens heet, ben je natuurlijk meer dan nieuwsgierig als de Kamercommissie onderwijs het thema toetsen en examens oppakt. Als eerste stap via een rondetafelgesprek met experts en betrokkenen op 24 april. Met deelname van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren tot Cito, van het CvTE tot Leve het Onderwijs en van Loek Zonneveld tot Karen Heij. Daarna, als tweede stap, op 15 mei met een commissiedebat in de Tweede Kamer van 10.00-14.00 uur. Waardering voor de aandacht voor dit thema. Dus 15 mei op tijd in de trein naar Den Haag voor wat, hoe interessant het ook is, toch altijd weer een lange zit is. Op de publieke tribune trof ik veel van bovenstaande partijen.

Op de treinreis terug laat ik het even bezinken en probeer ik op een rij te zetten wat me is opgevallen en bijgebleven. Allereerst waar het niet of nauwelijks over ging. Vaak zijn dat de zaken die goed gaan.
Het ging heel even over de centrale examens in het voortgezet onderwijs die nu volop bezig zijn. Leerlingen werden succes gewenst en een oproep werd gedaan de normering en het niveau goed te bewaken. Dat doet de staatssecretaris graag, zei ze. Als CvTE nemen we die uitvoering ook graag elk jaar met verve ter hand, samen met alle examinatoren, docenten, scholen en partners in de keten. En ondertussen duim ik in de trein even voor al die leerlingen, maar ook voor een examenjaar zonder al te grote problemen.
Het ging ook kort over de staatsexamens vo. Er was vooral brede steun voor het uitgezette beleid om de examens voor vso-leerlingen meer in te bedden in de reguliere examensystematiek door nauwe samenwerking met het voortgezet onderwijs of een eigen examenlicentie voor het vso. Daar is nog wel werk aan de winkel want bijvoorbeeld een examenlicentie geeft ook verplichtingen (examenorganisatie, bevoegdheden docenten, etc.). Ook was er waardering voor de verbeterde informatie, het sneller bekend worden van examenresultaten en het zo passend mogelijk examineren. Even dreigde in mijn ogen de conclusie dat vso-leerlingen dan geen staatsexamen meer kunnen doen. Dat wil ik graag uit de wereld helpen: het vangnet van de staatsexamens vo blijft, ook voor vso-leerlingen, gewoon bestaan.
So far, so good.
Verder staken er af en toe thema’s de kop op die verder niet uitgebreid werden besproken. Zoals later selecteren, de professionaliteit van docenten, meer aandacht voor examineren op de pabo’s, de vraag of ook een centrale toets in leerjaar 3 voortgezet onderwijs niet verstandig is en de mate waarin er (in algemene zin, niet zozeer centraal) moet worden getoetst en met welk doel.
De meeste aandacht ging uit naar de doorstroomtoets. Dat zal ook nog wel even zo blijven. Ik kies als insteek om niet de verschillen te benadrukken maar te kijken waar standpunten dichter bij elkaar komen en wat voor velen dilemma’s zijn die niet 1,2,3 makkelijk zijn op te lossen. Daarbij een keuze voor drie punten.
1. De doorstroomtoets als “second opinion”. Daar was de staatssecretaris met de commissie duidelijk in en dat zal in de verdere communicatie nog meer worden benadrukt. In die zin, dacht ik te beluisteren, was het verplicht bijstellen van het schooladvies aan de hand van het toetsadvies als startpunt te absoluut.
Het dilemma dat daarbij een rol speelt is dat iedereen én voor gelijke kansen is én voor het willen vertrouwen op de professionaliteit van docenten. Hoe vind je daarin dan een goede balans? Hoe los je dat op zonder die professionaliteit en 8 jaar een kind gevolgd te hebben geweld aan te doen, terwijl je ook weet dat er sprake kan zijn van een (onbewuste) bias?
2. Een enkelvoudig advies praktijkonderwijs. Cito doet hier onderzoek naar en komt met een advies rond de zomer.
Het dilemma is bijna hetzelfde als hierboven. Enerzijds wil je leerlingen geen kansen ontnemen maar anderzijds wil je ook geen teleurstellingen of frustraties organiseren. Kortom: hoe adviseer je passend?
3. De doorstroomtoets is er voor het beste advies aan de leerling en alleen daarvoor.
Het (voor het CvTE herkenbare) dilemma dat je bij veel Kamerleden ziet, is dat je eigenlijk niet wilt dat de toets ook wordt gebruikt om iets te zeggen over de kwaliteit van het onderwijs op school of de stand van het onderwijs in Nederland. Om de simpele reden dat het een perverse prikkel kan zijn. Anderzijds wil je als Kamer wel zicht hebben op die onderwerpen. De opdracht en vraag die bij OCW, de staatssecretaris, de scholen en de Inspectie ligt is: kan dat anders? Ook dat wordt verkend.
En dat waren niet de enige punten met betrekking tot de doorstroomtoets. Het ging ook over scenario’s om tot 1 doorstroomtoets te komen bijvoorbeeld. Maar daar waren al eerder toezeggingen over gedaan.
Ik hoop dat een volgend commissiedebat, met de resultaten van de onderzoeken/verkenningen op tafel, begeleid met voorstellen vanuit OCW en de staatssecretaris, ons weer een aantal stappen verder brengt in oplossingen voor die dilemma’s. Waar we als CvTE daarin een rol hebben, dragen we graag ons steentje bij.
Meer blogberichten
Reactie toevoegen
U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.
Reacties
Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.