In gesprek met collegelid Sander Jansen

Blogs

In de serie In gesprek met... praat collegevoorzitter Pieter Hendrikse met een collegelid over het werk voor het CvTE. Dit keer: Sander Jansen, universitair hoofddocent Publiekrecht aan de faculteit der rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht.

Pieter Hendrikse en Sander Jansen
Pieter Hendrikse is voorzitter van het College voor Toetsen en Examens; oud-bestuurder Ons Middelbaar Onderwijs (OMO); houdt van gadgets,  fietsen, zwemmen én de zee, de betere film en uitvoeringen in Muziekgebouw Eindhoven.
Sander Jansen lid van het College voor Toetsen en Examens, universitair hoofddocent Publiekrecht aan de faculteit der rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht, plaatsvervangend voorzitter College van Beroep voor de Examens (CBE),  lid medezeggenschapsraad basis- en middelbare school van zijn kinderen. Optimist, houdt van: een goede grap, een goed boek en een goed gesprek. 

‘Welkom zijn op een opleiding onafhankelijk van je middelbare school is een groot goed.’

Sander, fijn om met jou het gesprek aan te gaan over je lidmaatschap van het CvTE, je achtergrond en motivatie. Ik heb begrepen dat jouw vakgroep aan de Maastrichtse universiteit niet specifiek met onderwijskundige vraagstukken te maken heeft én toch deze interesse. Daar ben ik benieuwd naar.

Dat klopt, Pieter, als universitair hoofddocent bestaat een deel van mijn werkzaamheden uit het opzetten, verzorgen en uitvoeren van onderwijs, inclusief toetsing; zo was ik tot voor kort ook voorzitter van een examencommissie. Maar mijn belangstelling gaat verder. Mijn vakgebied is het Staats- en Bestuursrecht en al tijdens mijn studie verdiepte ik mij in de relatie burger-overheid, en in het procesrecht. Hoe bied je als overheid optimale rechtsbescherming aan burgers? Het belang van bescherming speelt ook mee in mijn belangstelling voor toetsen en examens. 

Vandaar dus je interesse in het CvTE. Bij toetsen en examens is altijd de vraag of er voldoende evenwicht bestaat tussen het oordeel, de prestatiekant én de bescherming die nodig is zodat leerlingen zich zo goed mogelijk kúnnen ontplooien. Hoe kijk jij daar tegenaan? 

Dat klopt, die vraag speelt altijd. Tegelijkertijd geeft juist centrale toetsing en examinering elke kandidaat een eerlijke kans, dat raakt ook aan rechtsbescherming. 

Aan centrale toetsing liggen grote idealen ten grondslag. Het vergroten van gelijke kansen, ongeacht het sociale milieu waaruit een leerling komt, is er daar één van. En het maakt bovendien niet uit op welke middelbare school je eindexamen doet. Het civiel effect, zoals we dat met een mooi woord noemen, is hetzelfde. Die onderwijssociale emancipatie is iets om trots op te zijn. 

Instroomeisen?

Het is in Nederland goed geregeld. Of je welkom bent aan een universiteit of hogeschool is niet afhankelijk van op welke middelbare school je zat. Voor universiteiten is het fijn dat er één centraal, uniform eindexamen is. Je weet wat diploma’s waard zijn, dat aankomende studenten een bepaald beginniveau hebben ongeacht van welke school ze komen. Natuurlijk is een diploma niet alleen bepalend voor een succesvol studieverloop. Het gaat ook om vragen als ‘kiezen studenten de juiste studie, zijn ze kritisch genoeg op hun keuze?’ Hun intrinsieke motivatie is ook belangrijk voor succes. 

Toch zijn er faculteiten die instroomeisen stellen, wat vind je daarvan? 

Dat vind ik een lastige, mijn kennis hapert hier enigszins, op onze faculteit speelt dat niet. Er moeten wel heel duidelijke indicatoren zijn om extra eisen of toetsen te rechtvaardigen, onder meer om te voorkomen dat studenten studievertraging oplopen of afhaken. Het moet beslist geen elitair sausje krijgen. Hierin zie ik overigens geen rol weggelegd voor het CvTE, in ieder geval niet binnen onze huidige taakopvatting.

Hoe kijk jij als universitair hoofddocent én als lid van het College aan tegen het idee dat ook universiteiten een stelsel van centrale examinering zouden krijgen?

Tja, waarom zou dat eigenlijk niet aanvaardbaar zijn? Ik zie veel praktische hobbels, maar niet echt principiële bezwaren. Het is ook afhankelijk van de studie. Bij de ene studie –  zoals bijvoorbeeld medicijnen – kan ik mij voorstellen dat het eenvoudiger te realiseren zou zijn  dan bijvoorbeeld bij psychologie of een rechtenstudie, ook omdat elke studie aan elke universiteit weer anders kan zijn ingericht. Maar als je bijvoorbeeld na je rechtenstudie advocaat  wordt, dan volgt iedere advocaat-stagiair wel weer dezelfde beroepsopleiding en examens. 

Kortom, het zou bespreekbaar moeten zijn en het is alleszins de moeite van het verkennen waard. De onderlinge vergelijkbaarheid van opleidingen wordt dan groter en tussentijdse doorstroom wellicht eenvoudiger.

Ambassaseur zijn

Laten we het ook nog even hebben over de rol van leden van het College als ambassadeur van het CvTE. Hoe kijk jij daar tegenaan, Sander?

Wat meer op de trom slaan juich ik toe. Ik merk dat ik nog te vaak moet uitleggen wat het CvTE is en doet. Niet iedereen in het onderwijs kent ons. Tijdens corona bleek hoe moeilijk fysiek toetsen was. Het CvTE heeft alles uit de kast gehaald om in overleg met stakeholders te kijken wat haalbaar was en heeft daarover samen met betrokkenen zorgvuldige beslissingen voorbereid. Sinds mijn lidmaatschap van het College besef ik nog veel meer wat er allemaal  komt kijken bij het maken en afnemen van toetsen en examens en welke discussies er spelen. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid voel ik echt. Die kennis wil ik graag uitdragen. 

Sanders werkzaamheden op Instagram

In januari 2022 heeft Sander Jansen een maand lang ons Instagram-account overgenomen om te laten zien wat hij zoal doet als collegelid van het CvTE.

Andere collega's in de rubriek Onze verhalen hebben daarna het stokje overgenomen. 

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.