'Het begint met een visie op het vak'

Fer Hooghuis heeft een lange loopbaan in het onderwijs achter de rug. Hij gaf aardrijkskunde op verschillende scholen in het voortgezet onderwijs en was twintig jaar vakdidacticus aan de docentenacademie van de Radboud Universiteit in Nijmegen. In 2019 ging hij met pensioen, maar hij bleef als ZZP’er actief voor het College voor Toetsen en Examens (CvTE) als voorzitter van de vaststellingscommissie aardrijkskunde vmbo. Hij heeft een uitgesproken visie op het vak en spreekt er gedreven over. ‘Duidelijk moet zijn wat je wil bereiken met het vak aardrijkskunde en wat de relevantie is.’

Voorzitter vaststellingscommissie aardrijkskunde vmbo Fer Hooghuis

Balans bewaren

Volgens Fer Hooghuis ziet men het vak aardrijkskunde nog te vaak als een vak van feiten en begrippen die je van buiten kunt leren. ‘Als er in een tv-quiz een aardrijkskundevraag zit, dan gaat die 9 van de 10 keer over topografie, maar kennis van feiten en begrippen moet geen doel op zich zijn. In mijn ogen draait het veel meer om leren redeneren, interpreteren en analyseren. Dat geldt voor alle schooltypen van vmbo tot en met vwo. Het gaat erom de balans te bewaken tussen deze vaardigheden én de vakinhoudelijke kennis. Die balans moet je vervolgens vertalen in goede centrale examens waarin gebruik wordt gemaakt van bestaande casuïstiek.’ Zijn eigen rol vat hij als volgt samen: ‘Als voorzitter van een vaststellingscommissie van het CvTE ben je vakinhoudelijk verantwoordelijk voor het centraal examen, je bent alert op politiek en maatschappelijk gevoelige zaken, je weet het een en ander van examens én je draagt zorg voor een transparant proces. En uiteraard is het teamwerk.’ De vaststellingscommissie vormt de schakel tussen de examenmakers én de vakdocenten op de scholen. Hooghuis: ‘De examenopgaven moeten aansluiten op de onderwijspraktijk, daarom is het zo belangrijk dat docenten deel uitmaken van de vaststellingscommissie’.

Invloed uitoefenen

‘Er zijn veel mogelijkheden waarop docenten invloed kunnen uitoefenen op de totstandkoming van de centrale examens’, benadrukt Hooghuis. ‘Ze kunnen via de vakverenigingen als lid voorgedragen worden voor een syllabuscommissie of via de vakbond of de vakvereniging solliciteren naar een plek als lid van een vaststellingscommissie van het CvTE. Een syllabuscommissie legt gedetailleerde omschrijvingen van de examenstof voor een centraal examenvak in syllabi vast, een vaststellingscommissie stelt de opgaven voor het centraal examen vast. Deelnemen aan constructiegroepen bij Cito kan ook; zij maken de opgaven voor het centraal examen. Sinds het Project Ieders Examen organiseert het CvTE nog meer bijeenkomsten om nog meer docenten te betrekken bij de totstandbrenging van centrale examens. En ten slotte kunnen docenten altijd hun bevindingen over de examenvragen doorgeven aan de Examenlijn. Het centraal examen is namelijk van alle docenten in Nederland. Ik ervaar het CvTE en Cito als heel open en makkelijk te benaderen.’

Invloed coronabeperkingen

De coronacrisis maakte de werkzaamheden van de vaststellingscommissie er niet makkelijker op: ‘Aan de ene kant heeft het digitaal vergaderen tot een efficiëntere manier van werken geleid, maar tegelijkertijd is het werken op afstand ook belastend voor alle betrokkenen. Bovendien is er een extra tijdvak toegevoegd. In plaats van twee zijn er nu drie reguliere tijdvakken en er is een apart tijdvak voor de staatsexamens. Dat betekende meer werk, want die examens moeten er wel zijn. Het is het CvTE en Cito gelukt, mede dankzij een goede planning in de voorafgaande jaren. We waren al een eind op dreef, maar het was hoe dan ook een forse klus!’