In gesprek met collegelid Theo Bekker

Blogs

In de serie In gesprek met... praat collegevoorzitter Pieter Hendrikse met een collegelid over het werk voor het CvTE. Dit keer: Theo Bekker, directeur voortgezet onderwijs bij de Veluwse Onderwijs Groep. 

Theo Bekker en Pieter Hendrikse
Pieter Hendrikse  voorzitter van het College voor Toetsen en Examens; oud-bestuurder Ons Middelbaar Onderwijs (OMO); houdt van fietsen, zwemmen én de zee, de betere film en uitvoeringen in Muziekgebouw Eindhoven.  
Theo Bekker  lid van het College voor Toetsen en Examens, directeur voortgezet onderwijs (ad interim) bij de Veluwse Onderwijs Groep, diverse bestuursfuncties rond onderwijs; houdt van wandelen, reizen, geschiedenis, kunst en musea bezoeken met partner Hanneke. 

Meer maatwerk bij centrale examens vo

Mooi, Theo, dat we dit gesprek op jouw werklocatie kunnen voeren. Als schoolbestuurder zit je vaak op enige afstand. Lukt het je om toch de verbinding met scholen te maken? 

Dank je, onze organisatie omvat al het voortgezet onderwijs en een deel van het primair onderwijs in Apeldoorn en omgeving. Ik heb het voortgezet onderwijs in mijn portefeuille, maar waar het gaat om strategie en leiderschap doen we dat als vo en po samen.

We zitten als bureau in een kantoorpand in Apeldoorn, helaas niet direct in of bij een school. Wat wij als bestuur aan strategie uitstippelen moet zo onverdund mogelijk zichtbaar worden in de klasomgeving. Maar ik wil herkenbaar zijn, dus ik zoek vaak voor overleg de scholen op. En ik communiceer veelvuldig via nieuwsbrieven, op twitter, etc. Ik lok graag reacties uit.

Heeft je lidmaatschap van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) een meerwaarde voor je collega’s en docenten? 

Niet iedereen heeft de opdracht van het CvTE helemaal voor ogen, en dat is ook niet erg. Maar als het gaat over eindexamens, en docenten hebben daar vaak een uitgesproken mening over, dan kan ik de rol van het CvTE goed toelichten. Op scholen hoor ik ook kritiek op het systeem van centrale examinering.  Het is altijd goed om naar verbetering te zoeken, altijd te vragen ‘wat is de beste manier?’ Dat doen we binnen het CvTE ook. We zijn een uitvoeringsorganisatie, maar dat ontslaat ons niet van de plicht kritisch naar onze rol te kijken.

Dat is zo Theo; ik vind eigenlijk dat alle eindexamendocenten ook zelf een bijdrage zouden moeten leveren aan de totstandkoming van de centrale examens vo, zodat je daarop nog meer aanspreekbaar bent. Niet als corvee maar als iets om trots op te zijn. Dat heeft te maken met het creëren van eigenaarschap en professionalisering. Als je bijvoorbeeld voor Cito meewerkt aan de opgaven voor de centrale examens of voor het CvTE lid bent van een vaststellingscommissie, of als je je aanmeldt voor een testcorrectie, weet je ook buiten examentijd beter wat er komt kijken bij het maken van goede toetsen. 

Klopt Pieter, het maken van toetsen en normering was wel een hiaat in het programma van lerarenopleidingen. Ze zijn zich daarin nu wel aan het ontwikkelen, maar er is nog steeds een wereld te winnen. 

Zou het iets voor het CvTE zijn om via de lerarenopleidingen docenten meer voor te bereiden op hun betrokkenheid bij de centrale eindexamens?

Ik zou er eerder voor kiezen dat via de scholen te doen. Nu is het vaak een individuele beslissing van een docent om mee te werken aan de centrale examens. Maar je kunt als schoolbestuur daar ook meer op aandringen. Daarmee vergroot je het eigenaarschap vanuit het veld. Ik generaliseer natuurlijk, maar scholen en docenten benaderen de centrale examens nog teveel als consument of ze bekommeren zich vooral om de verbetering van de (logistieke) processen in de school. 

Dat laatste ben ik met je eens… Trouwens, even een ander onderwerp: Waarom wilde je indertijd lid worden van het College voor Toetsen en Examens?  

Eigenlijk heeft toetsing al mijn interesse vanaf mijn studie aan de pedagogische academie. Met een clubje studiegenoten organiseerden we werkbezoeken, onder andere aan Cito en een van mijn werkstukken ging over toetsen en hoe je het effect van wat je doet op wat kinderen weten. Die meer professionele analyse van toetsitems heeft me altijd geboeid. De vacature bij het CvTE sloot dus mooi aan bij mijn kennis, ervaring en belangstelling. 

Ik ben ervan overtuigd dat een fout antwoord niet altijd aan de leerlingen ligt. In mijn baan als leraar in het speciaal onderwijs was nóg nadrukkelijker van belang hoe je er het beste achter komt wat leerlingen wél weten. Welke ondersteuning kan je bieden zodat cluster-3 en 4-leerlingen hun vwo-diploma kunnen halen? 

En daar draagt de mogelijkheid om Staatsexamen vo te kunnen doen aan bij? 

Ja, het Staatsexamen is me lief. Het schept de mogelijkheid om meer maatwerk te bieden voor deze leerlingen. Want het draait bij hen niet alleen om wat getoetst wordt, maar ook onder welke omstandigheden dat gebeurt. Meestal is niet de inhoud van het examen het probleem, maar dat het centraal examen nog zo weinig flexibel is. Ik vind dat je leerlingen zo goed mogelijk moet begeleiden om in een veilige setting te laten zien wat ze kunnen. Ik ben sowieso geen voorstander van aparte vso-scholen; maak het onderwijs zo inclusief mogelijk. Beschouw leerlingen niet als een probleem dat maar ergens anders ondergebracht moet worden. 

Je ziet het Staatsexamen vo dus ook als instrument om meer flexibilisering in het systeem te brengen, zonder dat er een hele stelselwijziging aan te pas hoeft te komen?

Ja, die kans heeft het in zich. Je zou in samenwerking met de vso-scholen kunnen kijken of je Staatsexamens op verschillende momenten kan organiseren.

Maar hoe kijk je dan aan tegen de spanning tussen de organisatie van het centraal examen en het bieden van maatwerk? We krijgen de organisatie nu al bijna niet rond door een tekort aan examinatoren bij het Staatsexamen.

Ik zie dat spanningsveld ook wel. Het is de vraag wat je het zwaarst laat wegen: het organisatorische vraagstuk of je idealen? De waarheid ligt ongetwijfeld ergens in het midden. 

Een heel andere vraag. Vind je dat er voor het CvTE een rol is weggelegd bij de actualisatie van examenprogramma’s in het kader van curriculum.nu? 

Ik ben geen voorstander van zo'n rol voor het CvTE. Het ontwikkelen van een nieuw curriculum is een proces dat redelijk op zichzelf staat. Dat staat theoretisch gezien los van onze verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van toetsen en examens. Het kan natuurlijk wel helpen als docenten die betrokken zijn bij de actualisatie van de examenprogramma’s ook deelnemen aan commissies rond de toetsing van de centrale examens die daarbij horen. 

Onze opdracht als CvTE is het aanbieden van goede toetsen. Wij gaan niet over de vakinhoud of het aantal examenperiodes. We zijn verantwoordelijk voor voldoende goede toetsitems voor alle examenvakken. Een groter aanbod in de databank opent meer mogelijkheden voor flexibilisering van de centrale examens. 

En de norm die wij vaststellen?

Die vind ik heel waardevol. Dat is de lat waaraan alle eindexamenkandidaten zich aan moeten meten. 

Gelukkig, daarover zijn we het eens. Theo, ik heb nog een laatste vraag. Hoe kijk jij aan tegen de invloed van corona op bijvoorbeeld het gesprek over flexibilisering?

Corona heeft laten zien dat we meer flexibiliteit kunnen inbouwen in de centrale examens. Helaas hebben we de neiging snel terug te veren naar onze ‘oude’ posities. Maar ik hoop dat de positieve ervaringen die corona óók heeft opgeleverd, bijdragen aan verdere ontwikkelingen van de centrale examinering in het voortgezet onderwijs. 
 

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.